omgevingscommissie (welstand)

medio 2014 heeft de gemeente tilburg ervaringen omtrent het functioneren van de omgevingscommissie geïnventariseerd. In dat kader heb ik mijn mening omtrent het instituut omgevingscie aan het papier toevertrouwd. Deze mening is mede gestoeld op ruim 10 jaar eigen ervaringen als lid van enkele soortgelijke commissies, (west brabant/ etten leur/ waalwijk) overigens inmiddels wel zo’n 10 jaar geleden

 

…een zesjes cultuur

ter informatie: in nederland wordt je architect na een opleiding te hebben afgerond aan een technische hogeschool (wo) of aan een academie voor bouwkunst (hbo). De ‘titel’ architect die men daar verwerft is beschermd. Echter, een omgevingsvergunning aanvragen mag iedereen, in ons land hoeft men daarvoor niet gekwalificeerd te zijn ! welk ander vak mag je uitoefenen zonder diploma ?

als het zo mogelijk is dat indieners niet beschikken over voldoende opleiding om tot een architectonisch acceptabel bouwplan te komen, lijkt het voor de hand liggend dat een commissie wordt aangesteld om excessen te voorkomen. Saillant detail daarbij is dat het de omgevingscommissies in het algemeen niet is toegestaan een actieve bijdrage aan het ontwerp te leveren, en slechts passief toetsend mag optreden. Er kan een situatie ontstaan als bij een docent duits die wekelijks een proefwerk geeft, verder niets uitlegt, terwijl zijn leerlingen hun huiswerk ook niet maken, en dus de materie niet beheersen. Er zal zeker af en toe een zesje worden gescoord, maar een goed resultaat is niet te verwachten

chargerend is dit ook de essentie van het instituut omgevingscommissie: ze gaat veelal voor ‘een zesje’. De taak van de commissie is te beoordelen of het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand, een gemeentebestuur dat op het gebied van architectuur hogere ambities heeft, kan met een omgevingscommissie dan ook niet volstaan

daarnaast moet je je afvragen of de welstandnota’s in het algemeen niet te theoretisch of abstract zijn, om de commissie bij de beoordeling van plannen voldoende handvaten te geven voor een objectieve toets

mijn ervaring is dat ca 80% van de plannen waarmee de commissie zich bezighoudt, plannen zijn van niet gekwalificeerde ontwerpers. Zij beginnen hun toelichting veelal met de opmerking ‘dat het helaas om allerlei redenen niet geworden is wat ze zich er van hadden voorgesteld, maar toch….’ Plannen worden vaak meermalen opnieuw voorgelegd, en uiteindelijk komt er het zesje. Van de andere 20% van de ingediende bouwaanvragen waarover de commissie zich buigt – van trotse, gekwalificeerde ontwerpers – kan in het algemeen gesteld worden dat deze ruimschoots voldoen aan redelijke eisen van welstand. Soms leidt overleg met de ontwerper nog tot een verbetering

 

niveau 1, 2 of 3

was het tot een aantal jaren geleden wettelijk voorgeschreven ieder bouwplan ter beoordeling voor te leggen aan ‘een commissie van deskundigen’ alvorens de omgevingscommissie af te mogen geven, deze eis is vervallen. Het college van b&w kan gebieden aanwijzen waar meer of minder eisen qua architectuur worden gesteld, het kan ook een deel van of zelfs de gehele gemeente als welstandsvrij aanwijzen. Het lijkt logisch om in meer beeldbepalende delen van de stad andere eisen te stellen dan op minder in het oog springende locaties. Vaak worden de achterzijden van woningbouwblokken vrijgegeven, of bijvoorbeeld hele industrieterreinen. In dit laatste geval kunnen nadere eisen ten aanzien van beeldkwaliteit worden vastgelegd bij de gronduitgifte

 

hoge ambitie met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit (niveau 1)

als men een hoge mate van ruimtelijke kwaliteit ambieert, lijken mij twee zaken onontbeerlijk

1
het college moet een visie geven ten aanzien van de gewenste architectonisch/ stedenbouw kwaliteit van (een deel van) de stad, voor een langere termijn. Zorgvuldig uitgewerkte, samenhangende beeldkwaliteitsplannen, gebaseerd op de eerdergenoemde visie, moeten de ontwerpers inspireren en een leidraad geven bij de uitwerking van de bouwplannen. De visie en de beeldkwaliteitsplannen zullen op verzoek van het college worden opgesteld/ uitgewerkt door zorgvuldig geselecteerde ruimtelijk ontwerpers, al dan niet in dienst van het gemeentebestuur. Aanwezige ruimtelijke kwaliteiten dienen vooraf te worden benoemd en als uitgangspunt worden gehanteerd bij de visie- en planvorming

persoonlijk heb ik goede ervaringen opgedaan bij bouwplannen waarbij deskundigen uit verschillende disciplines, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten, en de architecten van de verschillende bouwplannen, onder leiding van een inspirerende supervisor of stadsarchitect, aan de hand van beeldkwaliteitplannen in regelmatige plenaire bijeenkomsten hun ontwerpen presenteren, afstemmen en evalueren, om uiteindelijk tot een samenhangend resultaat te komen

2
uitsluitend gekwalificeerde ontwerpers/ architecten worden aangetrokken, met aantoonbare kwaliteit ten aanzien van de opgave, danwel blakend van jonge ambitie

aangezien de plannen in samenspraak met uitsluitend deskundigen, en/ of na overleg met een supervisor of stadsarchitect tot stand zijn gekomen, op basis van vooraf in het beedlkwaliteitsplan aangegeven criteria, lijkt een nadere toets door een omgevingscommissie overbodig

in afwijking van hetgeen in de huidige welstandsnota is vastgelegd (zie kaart) zou voor tilburg niveau 1 tenminste van kracht moeten zijn
– ter plaatse van de voor de stad kenmerkende lintenstructuur
– ter plaatse van het oude centrum en de spoorzone ten noorden en zuiden van de spoorlijn
– ter plaatse van de city-ring, de ringbanen en de noord/ oost tangent
– ter plaatse van beschermde stadsgezichten
– in geval van gemeentelijke- of rijksmonumenten, of daaraan grenzende panden
– voor openbaar toegankelijke gebouwen

 

… een zesje (niveau 2)

hier worden bouwpannen door de omgevingscommissie getoetst ten aanzien van redelijke eisen van welstand

1
voor delen van het betreffende gebied kunnen een ruimtelijke visie en beeldkwaliteitsplannen wenselijk zijn, om de omgevingscommissie objectieve samenhangende criteria te geven bij de beoordeling van de bouwplannen

2
de eis van gekwalificeedre ontwerpers wordt hier niet gesteld

3
bij nieuwbouwprojecten kunnen nadere eisen ten aanzien van beeldkwaliteit worden vastgelegd bij de gronduitgifte, welke eisen in overleg met de omgevingscommissie worden vastgesteld. Middels een waarborgsom kan naleving van deze eisen worden afgedwongen

 

geen eisen (niveau 3)

hier vindt geen toetsing door de omgevingscommissie plaats

1
voor delen van het betreffende gebied kunnen een ruimtelijke visie en beeldkwaliteitsplannen wenselijk zijn

2
de eis van gekwalificeedre ontwerpers wordt hier niet gesteld

3
bij nieuwbouwlocaties kunnen nadere eisen ten aanzien van beeldkwaliteit worden vastgelegd bij de gronduitgifte, welke eisen in overleg met de omgevingscommissie worden vastgesteld. Middels een waarborgsom kan naleving van deze eisen worden afgedwongen